24 september 2023
Door: Pieter Jansma
Zondag 24 september a.s. is het weer zover: de 16e jaarlijkse slenkendag te Doorwerth. Alle slenkenfokkers en -liefhebbers zijn daarbij van harte welkom; fokkers en liefhebbers van andere rassen zijn uiteraard ook van harte uitgenodigd! De slenkendag is een mooie gelegenheid om van gedachten te wisselen over de liefhebberij. Ook kunnen duiven worden meegebracht om te showen, te ruilen of te verkopen. Tevens vindt op deze dag de oogstdag plaats binnen de kasteelmuren. Voor meer informatie over de oogstdag, klik hier.
1 september 2023
Prijzenschema clubshows bij de Gelderlandshow en de S.N.N.
Prijzenschema bij de Bondsshow NBS
Alle prijzen zijn uitsluitend te winnen door clubleden, alleen in concurrentie met minimaal één andere inzender en met dieren in de erkende kleurslagen.
18 april 2022
Door: Pieter Jansma
Na een stille periode en de laatste weeën van corona, was het eindelijk weer zover om als leden samen te komen op Kasteel Doorwerth in de Jac. P. Thijssezaal. Tijdens het ochtendgedeelte werden alle formele agendapunten vlot afgewerkt en ontstond er een boeiende discussie over de totstandkoming van de nieuwe standaardtekening van de Gelderse slenk. Iedereen was het erover eens, dat deze tekening in hoofdlijnen het historische ideaal veel beter benadert.
Na een voortreffelijke lunch met verse soep nam onze gastspreker ons mee in de boeiende geschiedenis van Bas en Livia en de onvoorwaardelijke liefde tussen mens en dier. Uiteraard kwam ook het geliefde ras en de fokkerij van Kees aan bod, de Neurenberger bagadet, waarmee hij op eenzame hoogte staat en internationale successen behaalt! Na afloop werden de door Kees uitgestalde boeken en kunstwerken bewonderd en van vele anekdotes voorzien.
De dag werd afgesloten in de moestuin van het kasteel. Enkele slenken werden tijdens de ruil-en-huilbeurs besproken en van eigenaar verwisseld. Kees gaf met zijn meegebrachte dieren nog eens tot in detail weer, wat de specifieke raskenmerken zijn van de Neurenberger bagadet en hoe hij inteelt tot een minimum weet te beperken door een gericht fokbeleid.
We kunnen terugkijken op een zeer geslaagde dag. We willen in het bijzonder Kees bedanken voor zijn bevlogen bijdrage aan het middaggedeelte! Voor een sfeerimpressie, klik hier.
4 april 2022
Door: Pieter Jansma
Beste leden, na een stille periode is het komende zaterdag 9 april weer zover: de clubdag van de GGSC! U bent welkom vanaf 10.00 uur in de moestuin bij het duivenhok van Johan Ruys; het officiële gedeelte begint om 10.30 uur. Voor het middagprogramma hebben we niemand minder dan de heer Kees Verkolf bereid gevonden om ons op geheel eigen wijze te vertellen over zijn ervaringen met ‘een fokkerij’. Vele onderwerpen over wat de fokkerij of kweek aangaat, passeren de revue. Komt allen! Voor de agenda, klik hier.
29 augustus 2020
Door: Pieter Jansma
Beste slenkenfokkers en -liefhebbers,
Het afgelopen half jaar was een bijzondere periode. Als gevolg van het coronavirus leek alles op een lager pitje te staan. Verenigingsactiviteiten en hokbezoeken werden veelal afgelast, waardoor het (georganiseerde) contact tussen fokkers en liefhebbers op een lager pitje kwam te staan. In de afgelopen zomervakantie heb ik evenwel een aantal fokkers van Gelderse slenken op uitnodiging mogen bezoeken. Ik was blij verrast over de kwaliteit van de dieren en de progressie die het ras doormaakt bij een groeiend aantal fokkers.
Als eerste bezocht ik ons clublid Ben Visschedijk uit het Twentse Delden. Ben is enkele jaren terug begonnen met Gelderse slenken. In korte tijd heeft hij een prachtige stam slenken weten op te bouwen. Mooie soepele dieren met een prachtig type en een vaste stand. Tijdens het selecteren van dieren voor het komende kweekseizoen, kwam het aan op details. Ook de vliegprestaties waren indrukwekkend, ondanks het warme weer.
Een tweede bezoek bracht ik in Borculo bij Gerard Peters in de Gelderse Achterhoek. Gerard is al wat langer lid van onze club, maar heeft met een schitterend zelfgebouwd hok, de Gelderse slenkenkweek naar een hoger niveau getild. Wederom een prachtige collectie slenken met verschillende jonge toppers!
Als laatste heb ik samen met Gerard een bezoek gebracht aan onze penningmeester Piet Kruisenga in het Friese dorpje Scharnegoutum, op steenworp afstand van Sneek. Ook hier waren wederom prachtige dieren te bewonderen, maar de kwaliteit van zijn stam is niet onbekend voor degenen die regelmatig een clubshow bezoeken.
Al met al waren deze hokbezoeken zeer de moeite waard. Ik ben blij dat de kwaliteit van het ras mede door deze fokkers gewaarborgd is. Daarbij besef ik mij, dat ik slechts bij enkele slenkenfokkers ben geweest. Ik heb dit jaar nog geen jonge aanwas van Groninger slenken kunnen bewonderen, maar de jonge dieren die ik voorbij zag komen op Facebook, beloven veel goeds! Hopelijk zien we wat van deze toppers op onze clubshows. Zoals het nu lijkt, gaat onze clubshow d.d. 6 en 7 november 2020 op de SNN gewoon door! Of onze clubshow op de Gelderlandshow d.d. 18, 19 en 20 december 2020 doorgaat, is nog even afwachten.
Vlak voordat de coronacrisis uitbrak dit jaar, vond onze clubdag plaats. Tijdens deze clubdag zijn de voornemens tot wijzigingen in de standaard van de Gelderse slenk (inclusief standaardtekening) besproken en toegelicht. Inmiddels heeft dit geresulteerd in een nieuwe en verbeterde standaard. U kunt deze vinden op onze website. De nieuwe standaardtekening van J.L. Frindel is prachtig geworden!
Onze jaarlijkse slenkendag op de laatste zondag van september is in overleg met GLK helaas afgelast. Dit jaar dus ook geen ruil-en-huilbeurs in het najaar. U kunt natuurlijk altijd terecht bij fokkers voor de aanschaf van nieuwe dieren. Onze rasbemiddelaar Arjan de Graaf kan u verder op weg helpen! Het clubnieuws is dit jaar wat later dan gepland, maar is in de maak.
Ik wens u bovenal een goede gezondheid toe in deze onzekere tijden en hoop u binnenkort te zien op een jongdierendag, een andere kleindierenactiviteit of op een van de clubshows!
11 juni 2019
Door: Pieter Jansma
Beste slenkenfokkers en -liefhebbers,
Het belooft weer een prachtig seizoen te worden met de slenken. Ik heb al veel prachtige jonge dieren gezien. Als slenkenclub zetten we een grote prestatie neer door te bewijzen dat vliegen en fokken met een standaard prima samengaat en zelfs noodzakelijk is om de vliegprestaties te behouden, zo niet te verbeteren. Zonder de focus op het juiste vliegtype, bereiken we immers nooit alle unieke vliegprestaties verenigd in één duif!
Met meer dan 70 leden en slechts twee rassen binnen de club, zij we uitgegroeid tot een van de grootste speciaalclubs van sierduiven in Nederland. De belangstelling voor onze rassen blijft bovendien groeien, gezien de vraag naar lezingen, de exposieve groei van leden op onze Facebookpagina en de behoefte aan goede dieren van serieuze fokkers. Ook in het buitenland groeit de vraag naar goede rasinformatie! Het aantal fokkers van kleindieren wordt misschien dan wel minder, maar de populariteit van slenken neemt enkel toe!
Nieuwe leden en minder ervaren slenkenfokkers roep ik op om bij meer ervaren fokkers op bezoek te gaan. Zij kunnen dieren laten zien (vliegen) die het fokideaal benaderen of hebben bereikt en kunnen u de nodige tips geven om weer een stap voorwaarts te maken!
Nu het einde van het kweekseizoen nadert, blikken we weer vooruit op de komende clubactiviteiten. Op de slenkendag in september hopen we weer mooie exemplaren in de kooien aan te treffen. Daarnaast staan weer talrijke jongdierenshows gepland. Voor shows bij u in de buurt, zie het tentoonstellingsrooster van de KLN.
Iedereen een goede afsluiting van het kweekseizoen toegewenst!
18 maart 2019
Door: Pieter Jansma
Koning Winter heeft zijn laatste stuiptrekkingen. De lente is in aantocht! Meerderen onder ons zijn al volop bezig met de kweek om zo mogelijk nog edeler jongen te verkrijgen dan voorgaande jaren of om tenminste de edele eigenschappen van de ouderdieren te behouden. De buitenstaander of nieuwkomer vraagt zich wellicht af, om welke eigenschappen het in het bijzonder gaat bij onze slenkenrassen. Zonder in details te treden, wil ik hier graag iets over kwijt met het oog op het huidige kweekseizoen.
Tijdens onze laatste clubdag kwamen op een bepaald moment de specifieke vliegeigenschappen van onze slenken ter sprake. Het trekken en drijven zouden de meeste dieren wel doen, maar het steken zou bij de meeste dieren nog onvoldoende worden getoond. Wanneer we bij slenken spreken over steken (ook wel springen genaamd), bedoelen we de bijna loodrechte opwaartse beweging tijdens het opstijgen en de (trek)vlucht zodra de vleugels ook onder het lichaam tegen elkaar worden geslagen.
In plaats van op type selecteren, zou meer aandacht voor het zo typische springen moeten zijn, omdat dit immers een specifieke vliegeigenschap van de slenken is. Uiteraard ben ik het van harte eens om in de eerste plaats op vliegeigenschappen te selecteren. De slenken zijn immers boven alles vliegduiven. En inderdaad, het springen vormt bij het huidige slenkenbestand een extra aandachtspunt. De meeste dieren die ik zie vliegen op YouTube of bij collegafokkers thuis, tonen geen of onvoldoende springkwaliteiten.
Een belangrijke vraag is dan ook, hoe we de springkwaliteiten kunnen vastleggen dan wel verbeteren. Tijdens de clubdag werd geopperd om minder op type te selecteren en meer op springen. In mijn beleving heb je dieren met een soepele hals nodig voor goed springwerk. Stijve dieren met een zogenaamde stok in de nek (een te weinig naar achteren gebogen hals en het ontbreken van een S-vorm en het zogeheten grollen) springen nooit en te nimmer in de lucht. Bedenk daarbij dat de lichte deinende beweging tijdens het springen (zich met krachtige vleugelslagen (schokkend) vooruitwerpen op ongeveer dezelfde hoogte), onvoldoende is om te kunnen spreken van springen. Naar mijn idee gaat het dan ook om een schijnbare tegenstelling: het een kan niet zonder het ander!
Er zijn meerdere wegen die leiden naar Rome. Wanneer u selecteert op springkwaliteiten, worden de types naar mijn overtuiging beter. Wanneer u selecteert op type, nemen de springkwaliteiten naar mijn overtuiging toe. Aan u de keuze om een weg te kiezen en te beproeven, maar volgens mij hebben we het ten diepste over een en dezelfde weg! Ik wens u een voorspoedig kweekseizoen toe en bovenal een goede selectie!
23 augustus 2018
Door: Pieter Jansma
Voor velen heeft de R in de maand een negatieve associatie. Sommigen spreken over de R van regen en rotweer. In deze maanden (van september tot mei) zou de weerstand minder zijn, lusteloosheid ontstaan en vitaminetekorten op de loer liggen. Met betrekking tot onze duiven, schuilt hier denk ik wel een kern van waarheid in. De R staat in dit verband ook voor (de laatste) rui.
Tijdens de kweekperiode zijn we veelal extra alert op de gezondheid, worden vitaminen en mineralen rijkelijker toegediend en wordt er rijk(er) gevoerd. Na de kweek wordt veelal overgegaan op een zuiveringsmengeling of wordt (extra) gerst gevoerd en verslapt soms even de aandacht voor conditie. Evenwel is de juiste conditie of forme van onze duiven tijdens de ruiperiode van levensbelang. Juist tijdens de rui zijn duiven extra kwetsbaar en vatbaar voor ziekten en ongemakken.
Tijdens de rui wordt het verenkleed vernieuwd. Voor het aanmaken van een nieuw verenkleed zijn bepaalde eiwitten noodzakelijk. Bovendien kost ruien de nodige energie. Het is daarom zaak, een mengeling te hebben met voldoende benutbaar eiwit. Hetzelfde geldt overigens voor de kweek, waardoor het nog niet zo'n raar idee is om de kweekmengeling te blijven voeren totdat de rui achter de rug is.
Daarbij is wel van belang, dat deze mengeling bestaat uit voldoende benutbare eiwitten. Een kweekmengeling met veel peulvruchten zal niet toereikend zijn, daar hooguit 30% van eiwitten uit peulvruchten voor een duif benutbaar is. Een mengeling met veel zaden zal dan ook veel eerder aan voldoende benutbare eiwitten voldoen.
Na de ruiperiode vangt het vlieg- en showseizoen weer aan. Juist in de maanden met de R vliegen de slenken op hun best, met name in het vroege voorjaar. Ook vinden in deze maanden (tot februari) de meeste shows plaats. De R staat voor ons in deze maanden dan ook voor radieus. Radieus heef de betekenis van schitterend, glansrijk en er stralend of gezond uitzien.
Ik wens u allen glansrijke duiven toe in de R-maanden en hoop u te ontmoeten op de Slenkendag Doorwerth (30 september a.s.), op onze clubshows (SNN op 9 en 10 november en GS op 14, 15 en 16 december a.s.) of waar dan ook!
28 mei 2018
Prijzenschema clubshows bij de Gelderlandshow en de Sierduivenshow Noord-Nederland
- Certificaat en fles wijn voor het fraaiste dier, min. 96 punten.
- Certificaat voor het fraaiste dier op 1 na, min. 95 punten.
Prijzenschema bij de Bondsshow NBS
- Certificaat en fles wijn voor het fraaiste dier, min. 10 dieren en 96 punten.
- Certificaat voor het fraaiste dier op 1 na, min. 10 dieren en 95 punten.
Alle prijzen zijn eenmaal te winnen door leden, alleen in concurrentie met minimaal één andere inzender.
28 juli 2017
Prijzenschema clubshows op de Gelderlandshow en de Sierduivenshow Noord-Nederland
- Certificaat en standaard voor het fraaiste dier van de clubrassen, min. 96 punten.
- € 10,00 voor het fraaiste dier op 1 na van de clubrassen, min. 95 punten.
Prijzenschema op de bondsshow NBS
- Certificaat voor het fraaiste dier van de clubrassen, min. 10 dieren en 96 punten.
- € 7,50 voor het fraaiste dier op 1 na van de clubrassen, min. 95 punten.
Prijzenschema op shows waar NBS-erecertificaten worden uitgereikt
- Standaard voor het fraaiste dier van de clubrassen, min. 95 punten.
- € 5,00 voor het fraaiste dier op 1 na van de clubrassen, min. 95 punten.
Alle prijzen zijn eenmaal te winnen door de clubleden, alleen in concurrentie met minimaal één andere inzender.
26 juli 2017
Door: Pieter Jansma
De Groninger en Gelderse Slenken Club (GGSC) vormt de oudste Nederlandse speciaalclub voor sierduiven. Op 4 april 1899 werd deze opgericht door de heer C.H. Huizinga als Nederlandse Slenkenduivenclub. Zeker tot aan de jaren 20 van de vorige eeuw was de club zeer actief met de promotie en veredeling van de slenk. Vele prijzen werden uitgeloofd en de slenk was feitelijk ons nationale duivenras.
Na de jaren 20 lijkt de Nederlandse Slenkenduivenclub wat minder actief te zijn op basis van de voor ons beschikbare gegevens. Het slenkenras bleef vooral populair in plaatsen als Zutphen, Enschede, Nijmegen, Elst en Arnhem. Deze populariteit resulteerde op 20 januari 1926 allereerst tot de oprichting van de Nijmeegsche Slenkenclub. Het was vooral aan het grote enthousiasme van de secretaris M.J. Bonefaas te danken, dat het ras buiten Groningen weer volop in de schijnwerpers werd geplaatst; bovenal als uitnemend vliegras.
Onbekend was tot dusver het feit, dat ook in Twente een slenkenclub werd opgericht. In bijgaand krantenbericht uit het Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant van maandag 28 februari 1927 lezen we dat een twaalftal fokkers besloten tot de oprichting van de Twentsche Slenkeduivenclub. Hoewel we tot dusver hierover nog geen verder informatie kunnen vinden, is het een zeer vermeldenswaardig en opmerkelijk feit.
Hieruit blijkt opnieuw dat de slenk van oudsher niet enkel een typisch Gronings ras is, maar ook belangrijke roots heeft in de provincies Gelderland en Overijssel. De plaatsen Utrecht en Den Haag mogen hierbij overigens ook zeker niet onvermeld blijven.
3 juni 2017
Door: Pieter Jansma
De titel vormt een citaat van Nicolas Chamfort (1741-1794), Frans (toneel)schrijver en journalist. Verandering… Er bestaan nogal wat meningen en tradities in duivenland; iedereen heeft zijn eigen overtuigingen, gewoontes en methodes als het gaat om het houden en verzorgen van duiven. Ik verbaas mij hier altijd weer opnieuw over. Als het bijvoorbeeld gaat om voeding, hoor ik vaak: “Ik heb deze mengeling al jaren en ze zijn altijd gezond.”
Onlangs was ik op hokbezoek bij enkele duivenliefhebbers; altijd gezellig en leerzaam. Tijdens zo’n dag wordt er steevast over de geijkte onderwerpen gesproken. “Hoe vroeg moet je beginnen met kweken?” Je krijgt steevast uiteenlopende antwoorden. De een zweert bij december/januari en de ander vindt maart zelfs nog te vroeg.
Een onderwerp dat nieuw voor mij was, is de omloopsnelheid van de kweekrondes. Een fokker zweerde bij zes weken. Toen ik vroeg waarom, antwoordde hij: “Daar houd ik gewoon van, anders vind ik het te snel gaan.” Zelf vind ik een maand heel mooi. Ik ring de jongen altijd zo ongeveer op dezelfde dag in de maand, soms enkele dagen later.
Voor een deel zullen de verschillende opvattingen over wat goed of beter is, te maken hebben met het soort duiven dat je hebt. Met prestatieduiven ga je tenslotte anders om dan met sierduiven; ook de behoeftes lopen uiteen. Binnen de categorie prestatieduiven, bestaan ook een hoop verschillen. Sommige soorten vervetten snel, andere soorten zijn niet vet te krijgen. Slenken zijn typische sprinters en nooit vet, in tegenstelling tot bijvoorbeeld rollers en vele hoogvliegrassen. Zelfs binnen de postduiven zie je nog grote verschillen. Een slanke fondduif vraagt om een andere verzorging dan een robuuste vitesseduif.
Hoewel uiteenlopende opvattingen deels te verklaren zijn door de grote verschillen tussen duivenrassen, heeft het volgens mij ook te maken met de mate waarin we iets nieuws willen leren. Sommige meningen en tradities zijn gewoon achterhaald.
Honderd jaar geleden werden duivenbonen (zowat) als belangrijkste voedingsbron gezien; sommigen gaven uitsluitend bonen. Inmiddels is wel duidelijk dat veel peulvruchten niet bijdragen aan een optimale conditie en dat hiermee zeker geen forme (zoals onze zuiderburen dat zo mooi zeggen) kan worden bereikt.
De afgelopen jaren heb ik veel geleerd van collega-duivenfokkers. Maar daarbij vroeg ik altijd door; van weloverwogen antwoorden van ervaren fokkers leer je veel! Met deze bijdrage roep ik u zeker niet op om zaken voortaan anders te doen.
Nee, ik wil u alleen maar oproepen om te blijven leren van elkaar en altijd open te blijven staan voor andere meningen, opvatting of gewoontes. Niemand heeft de wijsheid in pacht, maar bijna iedereen heeft wel goede adviezen en waardevolle tips!
29 december 2016
Door: Pieter Jansma
Deze titel is een citaat van Erasmus (1469-1536), Nederlands humanist en filosoof. De uitspraak is maar al te waar. Een mooie collectie slenken is geen toevalstreffer, maar vergt opmerkzaamheid, veel geduld en bovenal doorzettingsvermogen. Voor wat betreft de Gelderse slenk, is dit maar al te waar gebleken. Vanaf de erkenning van dit ras, zien we elk jaar weer vooruitgang. De beste dieren behoren tot de fokkers die over een lange adem beschikken. Jan Mepschen, Piet Kruisenga, Arjan de Graaf en Bas Mullekes vormen hiervan het levende bewijs. In relatief korte tijd wisten deze fokkers het ras naar een hoger niveau te tillen. De Groninger slenk verdient nog meer aanhangers voor kwaliteit in de breedte.
Inmiddels zijn beide clubshows achter de rug. De Sierduivenshow Noord-Nederland (SNN) van 11 t.m. 13 november 2016 was een prachtig aangeklede show met een mooie promotie van beide slenkenrassen. Jan Mepschen droeg wederom zorg voor een mooie aankleding in de vorm van een schitterende volière met daarop een houten til met twee houten kunstwerkjes van slenken. Wim Halsema zorgde voor een vakbekwame keuring van de 28 Gelderse slenken en 6 Groninger slenken. Winnaar werd een oude rode Gelderse slenkduivin van Pieter Jansma met 97 punten en een erecerificaat. De mooiste op 1 na was een oude roodbleke Gelderse slenkduivin van Jan Mepschen met 96 punten. Martin Smit scoorde 2 keer 96 punten met een jonge en een oude Groninger slenkdoffer. Volgend jaar hopen we op meer Groninger slenken op de SNN van meer fokkers uit de noordelijke regio.
Op de Gelderlandshow (GS) van 16 t.m. 18 december 2016 waren 7 Groninger slenken en 26 Gelderse slenken te bewonderen. Wim Halsema was wederom de keurmeester. Winnaar werd een oude roodbleke Gelderse slenkduivin van Nico Marée met 96 punten. De mooiste op 1 na was een oude roodspar Groninger slenkdofer van Arjan de Graaf met 96 punten. Volgend jaar hopen we op meer inzenders op de GS van zowel Gelderse als Groninger slenken.
Hoewel het huidige showseizoen nog niet is afgelopen, zijn de voorbereidingen op het komende seizoen al in volle gang. De laatste selecties wordt gemaakt, de koppels worden opnieuw met precisie samengesteld en de eerste fokkers zijn reeds gestart met het nieuwe broedseizoen. Bij het samenstellen van de koppels gaat onze eerste aandacht uit naar de vliegprestaties, maar het juiste vliegtype vormt hiervoor de basis. De standaarden van beide slenkenrassen vormen hiervoor een prima hulpmiddel.
Iedereen veel plezier toegewenst met de slenken (thuis, in de lucht en op de show) en hopelijk tot ziens op de komende clubdag d.d. 18 maart 2017!
27 februari 2016
Zoals op de clubdag al besproken, deel ik hierbij mijn ervaringen voor de mensen die niet op de clubdag aanwezig waren. Om aanvallen van roofvogels op duiven op mijn hok te verstoren of te voorkomen, gebruik ik sinds een jaar of drie een spiegelbol. Deze is door mij aangeschaft bij Oosterik Tuincentrum in Denekamp. Zij zijn ook te koop bij Intratuin. De achterliggende gedachte is dat een roofvogel altijd aanvalt met de zon is zijn rug om zo tijdens de aanval niet verblind te worden door zonlicht. Waar de aanval ook vandaan komt, met de bol in het zicht komt er altijd een moment dat er een weerkatsing van het licht komt, waardoor de roofvogel geschrokken zijn aanval afbreekt.
Op de Slenkendag werd nog een voordeel naar voren gebracht. Een roofvogel heeft een eigen gebied en schrikt bij het overvliegen van zijn eigen beeld in de bol, waardoor hij wegblijft. Fabels of niet, maar feit blijft dat ik nog geen duif van het hok ben kwijtgeraakt sinds ik de bol op het hok bevestigd heb. De bol is een roestvrijstalen bol die ik gewoon onder en boven heb doorboord. Vervolgens heb ik een stuk draadeind door de bol bevestigd met twee moeren. Het ondereind van dit draadeind heb ik door een hoek geboord en de hoek heb ik in de nok aan het hok bevestgd. Mijn bol heeft een doorsnee van ongeveer 20 cm, maar ze zijn er ook groter. Verder moet mij nog van het hart dat het mij opviel (bij het eerste bezoek van mijn kant bij een slenkendag) dat het een geweldig gemoedelijke dag was, goed georganiseerd op een superlocatie en afgesloten met een leuke ruil- en huilbeurs. Hou dit vol en nogmaals bedankt voor deze leuke dag. Ik heb veel geleerd.
Met vriendelijke groeten, Theo Hummel uit Nieuw Amsterdam. Ben je in de buurt? Bel even, je bent welkom (06 51 54 68 60).
21 december 2015
Door: Pieter Jansma
Onze clubshow op de Gelderlandshow (GS) van 18 t.m. 20 december jl. was een mooi succes met 32 Gelderse slenken en 4 Groninger slenken. Martin van Uden zorgde voor een prima keuring. Winnaar werd een jonge rode doffer bij de Gelderse slenken met 96 punten.
9 november 2015
Door: Pieter Jansma
Onze clubshow op de Sierduivenshow Noord-Nederland (SNN) van 6 t.m. 8 november jl. was een groot succes; een prachtig aangeklede show met een mooie promotie van de slenkenrassen. Jan Mepschen droeg wederom zorg voor een mooie aankleding in de vorm van een schitterende volière met daarop een houten til met twee houten kunstwerkjes van slenken. Wim Halsema zorgde voor een vakbekwame keuring van de 52 ingezonden Gelderse slenken. Winnaar werd een jonge rode duivin met 97 punten, tevens de mooiste duif binnen de groep 'tuimelaars en hoogvliegers' met een totaal van 415 dieren.
De 10 ingezonden Groninger slenken werden gekeurd door Geert de Vries jr. Bert Mekkes en Martin Smit behaalden elk 95 punten voor resp. een doffer oud (rood) en een duivin oud (roodbleek). Helaas was er slechts één jonge Groninger slenk te bewonderen. Volgend jaar hopen we op meer Groninger slenken van fokkers uit de noordelijke regio op onze clubshow.
29 september 2015
Door: Pieter Jansma
Tijdens de Slenkendag Doorwerth d.d. 27 september 2015 werden alle niet erkende kleurslagen van de Gelderse slenk bijeengebracht voor mogelijke erkenning. De kleurslagen (dominant) geel, geelzilver geband, geelzilver schimmel en wit hebben de proef ruimschoots doorstaan. Deze kleurslagen zijn dan ook als erkende kleurslagen aangemeld bij de standaardcommissie van de NBS en kunnen vanaf nu worden ingezonden op alle tentoonstellingen zonder vermelding van AOC. Hieronder de foto's van de dieren.
Vanaf nu hoeven we dus geen kleurslagen meer als AOC in te zenden. Wel is het van belang om de kleurslag te formuleren conform de beschrijving in het NBS-kleurenblok. Hieronder de juiste benamingen voor het inschrijfformulier (links de officiële benaming; rechts de historische benamingen, zoals we die doorgaans binnen de club hanteren).
Namens deze weg wil ik iedereen bedanken voor zijn bijdrage aan dit prachtige resultaat; in het bijzonder Jan Bosch, Ronald Willemsen, Johan Ruys, Mart Loeffen, Gertjan Wieringa en Piet Kruisenga voor hun aangeleverde dieren!
6 juni 2015
Door: Pieter Jansma
Afgelopen week heb ik een etymologisch woordenboek uit 1912 op de kop getikt. Uiteraard kijk ik dan even naar de woorden 'slenken' en 'slinken'. Het woord 'slenken' stamt redelijkerwijs van het woord 'slinken'. De betekenis van 'zich krommen, zich buigen' wordt daarvoor als meest waarschijnlijke grondbetekenis beschouwd. Wanneer we dit aannemen, zal de betekenis van onze rasnaam rechtstreeks verwijzen naar het zogenaamde 'hangen', de paradestand (in actie). Vooralsnog vind ik dit de meest aannemelijke verklaring voor de benaming van ons ras, maar zekerheid hierover hebben we nog niet.
6 mei 2015
Door: Pieter Jansma
Het is een rustige tijd als het gaat om evenementen op duivengebied, maar vergist u niet… Bij de duivenmelkers op het hok is het de drukste tijd van het jaar. Het beloftenteam van 2015 is in wording en wordt klaargestoomd voor het komende vlieg- en showseizoen. De meeste fokkers hebben al twee à drie rondes gekweekt. De jonge dieren die ik tot nu toe heb gezien, beloven veel goeds.
Wanneer we terugblikken op de afgelopen jaren, kunnen we zonder meer stellen dat er veel is bereikt. Elk jaar boeken we een geweldige vooruitgang met onze rassen. Het vliegtype wordt steeds meer benaderd. Bij de Groninger slenken zagen we tot voor kort nog zeer extreme dieren die een weinig stabiele stand lieten zien. Momenteel zie ik stabielere dieren… meer duif. Bij de Gelderse zie ik vooral vooruitgang als het gaat om soepelheid en slanke halzen. De invloeden van kropperbloed beginnen steeds meer tot het verleden te behoren door een gericht fokbeleid van een steeds groter fokkersbestand. Door deze positieve ontwikkelingen zien we ook veel beter de nauwe verwantschap tussen beide slenkenrassen. Ik spreek zelfs liever van twee variëteiten binnen het slenkenras.
Inmiddels zijn de voorbereidingen voor het nieuwe seizoen in volle gang. Allereerst hebben we een nieuwe onderkomen voor onze noordelijke clubshow, de Sierduivenshow Noord-Nederland (SSN) te Drachten. Meer informatie over deze nieuwe show vindt u hier. Uiteraard wordt de clubshow in Gelderland wederom ondergebracht bij de Gelderlandshow te Wijchen. Het prijzenschema voor het komende seizoen vindt u hieronder. Het zou mooi zijn als nog meer fokkers hun dieren eens inzenden ter promotie van de slenkenrassen. Het is zoals de voormalige secretaris Bonefaas van de Nijmeegse Slenkclub in 1928 reeds schreef: "Daarom zouden wij niet gaarne den raad volgen om de Slenk als speciaal vliegduif maar thuis te houden, omdat deze zich niet zou leenen voor de tentoonstelling, temeer, daar wij ons ten doel stellen meerdere belangstelling in alle (ook betere) kringen voor ons ras op te wekken, opdat er straks meer zullen zijn, die met ons kunnen zeggen 'er is maar één duif, en dat is de Slenk'; daaraan ontbreekt nogal iets..."
Zoals het nu lijkt, kunnen alle kleurslagen van de Gelderse slenk binnenkort worden erkend. Er ligt een voorstel klaar dat wordt behandeld op de ledenvergadering van de NBS op 13 juni 2015. Daarin staat dat wanneer op een ledenvergadering van de betreffende speciaalclub vier dieren van een (in het kleurenblok van de NBS vermelde) kleurslag worden getoond en de leden achter de erkenning van deze kleurslag staan, de speciaalclub deze kleurslag kan melden aan de standaardcommissie die deze dan direct opneemt in de Nederlandse standaard. We wachten af of de leden van de NBS het voorstel aannemen.
Ik wens u alvast veel plezier met het nieuwe beloftenteam, zowel in de lucht als tijdens het komende showseizoen. Wordt vervolgd!
6 mei 2015
Prijzenschema clubshows op de Gelderlandshow en de Sierduivenshow Noord-Nederland
7150. Certificaat en porselein voor het fraaiste dier van de clubrassen, min. 96 punten.
7151. € 10,00 voor het fraaiste dier op 1 na, min. 95 punten.
Prijzenschema bondsshow
7152. Certificaat voor het fraaiste dier bij minimaal 10 dieren, min. 96 punten.
7153. € 7,50 voor het fraaiste dier op 1 na, min. 95 punten.
Prijzenschema op shows waar NBS-erecertificaten worden uitgereikt
7154. Porselein voor het fraaiste dier van de clubrassen, min. 95 punten.
7155. € 5,00 voor het fraaiste dier op 1 na, min. 95 punten.
Alle prijzen zijn eenmaal te winnen, alleen door leden en alleen in concurrentie met minimaal één andere inzender.
20 oktober 2014
Door: Pieter Jansma
We hebben een mooi clubjaar achter de rug! Allereerst hadden we een prachtige clubdag op 15 februari jl. Als slenkenclub zijn we bevoorrecht met een prachtige locatie, de Jac. P. Thijssezaal in Kasteel Doorwerth. Jacobus Pieter Thijsse (1865-1945) was een Nederlands onderwijzer, veldbioloog en natuurbeschermer. Hij stond aan de basis van de oprichting van Natuurmonumenten in 1905 en heeft zicht tot zijn dood ingezet voor natuureducatie en -bescherming. De slenkendag van 14 september jl. was traditiegetrouw een gezellige en prachtige nazomerdag. Er zijn weer vele gedachten en ideeën uitgewisseld en vele mooie slenkduiven hebben hun weg gevonden naar nieuwe liefhebbers. Ook de oogstdag binnen de kasteelmuren was zeer succesvol en had veel bezoekers.
Inmiddels staat het showseizoen weer voor de deur; de eerste jongdierendagen vonden al plaats. Onlangs gaf ik een presentatie bij de 'Vrienden van de Vliegduivensport' (VDS) over de slenken. Uiteraard kwam er een discussie op gang of vliegen en showen kan samengaan bij een rasduif. Om de juiste vliegstijl (springen, zeilen en drijven) te stimuleren, acht ik het noodzakelijk om het vliegtype op basis van historische rasgegevens vast te leggen. Het juiste type is sowieso een voorwaarde voor de specifieke slenkenvlucht. Daarom zijn fouten als oogkleur, kleurintensiteit en schakelpennen onder-geschikt bij de echte vliegduivenliefhebber. Het showen van slenken vormt een belangrijke manier om onze exclusieve werkrassen te promoten. Zo schreef Bonefaas (1926): "Daarom zouden wij niet gaarne den raad volgen om de Slenk als speciaal vlieg-duif maar thuis te houden, omdat deze zich niet zou leenen voor de tentoonstelling, temeer, daar wij ons ten doel stellen meerdere belangstelling in alle (ook betere) kringen voor ons ras op te wekken."
Bij het inschrijven van Gelderse slenken voor tentoonstelling gaat nogal eens wat mis als het gaat om de kleurslagen. Het gevolg is dat dezelfde kleurslagen niet op rij worden geplaatst. Daarom graag de officiële kleurbenaming (links) hanteren op het opgaveformulier!
AOC staat voor 'Any Other Colour' en dient te worden vermeld bij de niet erkende kleurslagen. Het prijzenschema van dit jaar staat hieronder vermeld. De clubshows zijn ondergebracht bij WPKC Winschoten van 21 t.m. 23 november te Zuidbroek en de Gelderlandshow van 19 t.m. 21 december te Wijchen.
Iedereen een mooi showseizoen toegewenst, maar bovenal veel plezier met de ongeëvenaarde slenkenvlucht; niets gaat immers boven dat laatste!
13 oktober 2014
Prijzenschema clubshows, ondergebracht bij de Gelderlandshow en de WPKC Winschoten
7150. Certificaat en grote porseleinen prijs voor het fraaiste dier, min. 96 punten.
7151. € 10,00 voor het fraaiste dier op 1 na, min. 95 punten.
Prijzenschema bondsshow
7152. Certificaat voor het fraaiste dier bij minimaal 10 dieren, min. 96 punten.
7153. € 7,50 voor het fraaiste dier op 1 na, min. 95 punten.
Prijzenschema op shows waar NBS-erecertificaten worden uitgereikt (provinciale kampioenschappen)
7154. Kleine porseleinen prijs voor het fraaiste dier, min. 95 punten.
7155. € 5,00 voor het fraaiste dier op 1 na, min. 95 punten.
Alle prijzen zijn eenmaal te winnen, alleen door leden en alleen in concurrentie met minimaal één andere inzender.
15 september 2014
De Slenkendag Doorwerth op 14 september jl. was traditiegetrouw een gezellige en prachtige nazomerdag. Er zijn weer vele gedachten en ideeën uitgewisseld en vele slenkduiven hebben hun weg gevonden naar nieuwe liefhebbers. Ook de oogstdag binnen de kasteelmuren was zeer succesvol. Voor een sfeerimpressie, zie hier.
30 juni 2014
In bovenstaand bondsnieuws wordt het prijzenschema bekendgemaakt voor de tentoonstelling van januari 1927. Maar liefst 32 klassen slenkduiven en ƒ 115,- aan ereprijzen. De wisselprijs bestond uit een olieverfschilderij met daarop het motief van de slenkduif. De collectieprijzen waren medaillons van geschilderd, gebrand glas met daarop eveneens het motief van een slenkduif. Mocht iemand een van deze prijzen boven water kunnen krijgen, dan houden we ons ten zeerste aanbevolen!
16 februari 2014
Op 15 februari was het weer zover... de jaarlijkse clubdag bij Kasteel Doorwerth van de oudste speciaalclub voor sierduiven van Nederland; de GGSC. 't Was wederom een gezellige en inhoudelijke dag met veel leuke en interessante discussies. Klik hier voor een sfeerimpressie. Voor de presentatie tijdens het middaggedeelte, klik hier. Johan, bedankt voor de ontvangst, de rondleiding en het gastheerschap!
22 oktober 2013
"Wie kent niet deze duif, die ieder stil doet staan, wanneer zij zich in onze nabijheid bevindt en ieder liefhebber door haar prachtige vlugt, door haar sterk geklap en door het onder het ligchaam elkaar naderen der vleugels, doet genieten...", zo staat geschreven in de Leeuwarder Courant van 16 januari 1882. In het Nieuwsblad van het Noorden van 8 januari 1905 doet de heer Holsbergen verslag van een voordracht van slenkenkenner Huisinga bij de Groninger Sierduivenclub. Ten slotte een artikel van mevrouw Coolman d.d. 19 oktober 1983 over de hernieuwde belangstelling voor oude rassen.
18 oktober 2013
Door: Pieter Jansma
De kop van deze bijdrage verwijst naar een uitspraak in de Ethica, het hoofdwerk van Spinoza (1632-1677). Spinoza is zonder twijfel de grootste filosoof van Nederlandse bodem. Spinoza had slenken kunnen hebben, want hoe herkenbaar is deze zinsnede voor ons als slenkenfokkers. Vliegen en showen verenigd in één ras! Dat onderscheidt de slenken van de mokken, hoe mooi die mokken ook kunnen zijn.
Nu zij er altijd nog mensen die zeggen dat vliegen en showen niet samen kunnen gaan. Daarbij worden vele voorbeelden genoemd van oorspronkelijke vliegrassen die het vliegen zijn verleerd. Men vergeet daarbij dat de fokkers van dat betreffende ras slechts op één criterium hebben geselecteerd: het uiterlijk vertoon. Daarbij heb ik het nog niet eens over nieuwe ideaalbeelden waardoor andere rassen werden ingekruist. Maar daar is het mij nu niet om te doen. Hier heb ik eerder al een en ander over geschreven, zie hier.
Raszuivere slenkenfokkers selecteren op vliegkwaliteiten en rastypische eigenschappen. Twee zaken die in elkaars verlengde liggen; het een gaat niet zonder het ander, maar wanneer beide zaken optimaal zijn, spreken we van schitterend. Het schitterende is echter niet te koop. Dat kunt u hooguit zelf kweken. Hier kom ik feitelijk aan bij de kern van mijn betoog: "De perfecte duif kan alleen door u zelf worden gekweekt!"
Maar al te vaak kom ik fokkers tegen die direct met perfecte duiven willen starten, maar dat is niet reëel. Wanneer u met slenken begint, is het zaak om dieren aan te schaffen die fraaie raseigenschappen en -kwaliteiten bezitten. De collectie als geheel moet alle vereiste raskenmerken vertegenwoordigen, niet het individu. Pas dan is het mogelijk om een schitterend dier te kweken, maar dat blijft even moeilijk als zeldzaam en is uitsluitend weggelegd voor de volhouders en voor hen die aanvoelen wat slenkerig is.
Het vlieg- en showseizoen staat voor de deur. De rui is zo ongeveer ten einde. Ik hoop vele slenken te mogen zien op de verschillende shows en met andere liefhebbers van gedachten te kunnen wisselen over de beide slenken; onze nationale rassen bij uitstek, in handen van de oudste en een van de grootste speciaalclubs van Nederland!
30 juli 2013
Door: Pieter Jansma
In de vakantietijd lijkt alles op een lager pitje te staan. De kweekperiode is voor de meeste fokkers voorbij. De doffers en duivinnen worden veelal gescheiden en de jaarlijkse rui vangt aan. De jonge aanwas groeit geleidelijk tot volle wasdom en de eerste selecties worden gemaakt. In september staan pas weer de eerste activiteiten op het programma, zoals de jongdierendagen en de clubavonden van de plaatselijke verenigingen; het showseizoen laat nog even op zich wachten, alhoewel de voorbereidingen al zijn gestart.
Zelf vind ik dit een mooie periode; even geen drukte en in alle rust kunnen genieten van de jonge aanwas. Ook vind ik het leuk om in deze periode collega-fokkers te bezoeken en uit te nodigen om elkaars duiven te bekijken en met elkaar van gedachten te wisselen.
De clubdag ligt alweer een tijdje achter ons. Dat neemt niet weg dat er geen ontwikkelingen zijn geweest. Bovendien is er nieuws. Allereerst hebben we weer nieuwe waardevolle historische rasinformatie uit oude jaargangen van Avicultura kunnen bemachtigen over beide slenkenrassen. De artikelen zijn te vinden in het onlinearchief (Uit de oude doos) onder het kopje Avicultura. Daarnaast heeft de heer Van Dissel nog een mooie pentekening van de slenken gevonden van Otto Graebner uit 1920. Dat was nog voor de totstandkoming van de standaard van de Groninger slenk in 1922.
Het ledenaantal blijft gestaag groeien. We zijn hard op weg naar de grens van 80 leden. Daarmee behoren we inmiddels tot de grootste speciaalclubs van Nederland. Belangrijk aandachtspunt blijft de kwaliteit van onze dieren en het aanbod voor nieuwe liefhebbers. Kwaliteit gaat in mijn ogen boven kwantiteit.
Onlangs werd bekend dat de Martinishow (één van de clubshows) is opgeheven. Als alternatief is gekozen voor de Nationale Duivenshow F.S.C. te Drachten vanwege de locatie (net over de provinciegrens van Groningen), de goede ervaringen met de organisatie en de uitstekende faciliteiten. De Friese Sierduiven Club heet ons van harte welkom op hun show. De data van onze twee clubshows zijn nu als volgt: op 7 t.m. 10 november 2013 de Nationale Duivenshow F.S.C. te Drachten (Friesland) en op 20 t.m. 22 december 2013 de Gelderlandshow te Wijchen (Gelderland).
De eerstvolgende clubactiviteit is de slenkendag te Doorwerth op 15 september 2013 (inclusief oogstfeest Geldersch Landschap & Kasteelen). Deze dag vormt een mooie gelegenheid om van gedachten te wisselen over onze liefhebberij. Ook kunnen duiven worden meegebracht om te showen, te ruilen of te verkopen. Wanneer u dieren meeneemt voor de verkoop, vragen wij u om goede dieren met fokwaarde mee te brengen om teleurstellingen bij nieuwe fokkers te voorkomen. Ik hoop u daar te ontmoeten.
2 mei 2013
Prijzenschema clubshows, ondergebracht bij de Gelderlandshow en de Martinishow
7150. Certificaat en grote porseleinen prijs voor het fraaiste dier, min. 96 punten.
7151. € 10,00 voor het fraaiste dier op 1 na, min. 95 punten.
Prijzenschema bondsshow
7152. Certificaat voor het fraaiste dier bij minimaal 10 dieren, min. 96 punten.
7153. € 7,50 voor het fraaiste dier op 1 na, min. 95 punten.
Prijzenschema op shows waar NBS-erecertificaten worden uitgereikt (provinciale kampioenschappen)
7154. Kleine porseleinen prijs voor het fraaiste dier, min. 95 punten.
7155. € 5,00 voor het fraaiste dier op 1 na, min. 95 punten.
Alle prijzen zijn eenmaal te winnen, alleen door leden en alleen in concurrentie met minimaal één andere inzender.
26 april 2013
In het laatste nummer van Landleven (nummer 4) is een portret van de Gelderse slenk verschenen. Hoewel de typische raskenmerken van de Gelderse slenk niet echt duidelijk naar voren komen op het schilderij, vormt het artikel een mooie reclame voor ons ras.
De nieuwe Landleven ligt vanaf 26 april in de winkel! U kunt ook een proefabonnement van drie nummers bestellen via de site van Landleven voor maar € 10,- (in plaats van € 16,95). Het abonnement stopt daarna automatisch.
21 april 2013
Momenteel worden er weer verschillende Gelderse slenken aangeboden op Marktplaats. Helaas blijkt op de bijgevoegde foto's van de verschillende advertenties dat het veelal om geheel andere dieren gaat. Maar al te vaak lijken ze niet eens op Gelderse slenken. Het eerste kenmerk van een Gelderse slenk is toch wel de soepele naar achteren gebogen hals (100 tot 90° ten opzichte van de ruglijn). Wanneer dit eerste raskenmerk al ontbreekt, kunnen we niets met dergelijke dieren als het gaat om het fokken van een ras; ze zijn ongeschikt voor de kweek en laten nimmer de typische slenkenvlucht zien.
Hierboven wat afbeeldingen van dieren die momenteel op Marktplaats worden aangeboden als Gelderse slenken. We zien enkel stijve halzen. Bovendien blazen veel dieren te veel. Ten slotte zien we bij geen enkel dier het vereiste slenkentype en zijn de meeste dieren te lang. Kortom, het gaat hier in de verste verte niet om Gelderse slenken.
Om teleurstelling te voorkomen, willen we u oproepen om dieren van serieuze fokkers aan te schaffen. Laat u vooraf goed informeren over de raseigenschappen en bezoek eerst de fokker om de dieren te zien vliegen. Dat voorkomt een hoop teleurstelling.
6 april 2013
De Gelderse slenk heeft een nieuwe standaardtekening, getekend door J.L. Frindel. Vorig jaar was reeds een eerste opzet gemaakt, maar deze voldeed niet aan het ideaalbeeld (vliegtype) en hebben we daarom als speciaalclub moeten afwijzen. Hoewel er altijd interpretatieverschillen zullen blijven, hebben we als speciaalclub gemeend dat deze tekening het ideaalbeeld (vliegtype) van de Gelderse slenk voldoende weergeeft.
24 februari 2013
Op 28 juni 1922 verscheen in het geïllustreerd weekblad Avicultura het onderstaande bericht. Remco de Koster bracht een dergelijk verhaal al eens eerder ter sprake.
Goed om te horen dat het diertje tot een prachtige jonge slenk is ontwikkeld en zo ongetwijfeld heeft bijgedragen aan het huidige slenkenbestand.
26 januari 2013
Beste slenkenliefhebbers,
Middels dit schrijven wil ik even jullie aandacht vragen voor de dierenbemiddeling. In 2012 is het geruime tijd stil geweest rond de dierenbemiddeling oftewel weinig vraag en aanbod! Momenteel neemt de vraag en het aanbod weer toe.
Oorzaken hiervoor zijn dat veel dieren helaas ten prooi vallen aan roofvogels en de selectie voor het komende fokseizoen weer plaatsvindt. Daarnaast speelt de promotie van de slenken ook een grote rol waardoor steeds meer mensen enthousiast worden voor zowel de Groninger als de Gelderse slenk, iets wat we uiteraard zeer toejuichen.
Om iedereen zo goed mogelijk van dienst te zijn, wil ik graag weten wat voor dieren u momenteel over heeft (vliegkwaliteiten, kleurslag, type, geslacht, etc.) én wat voor dieren u momenteel zoekt. Graag uw reactie via e-mail.
Met vriendelijke groet,
Auke
deslenkerij@online.nl
www.deslenkerij.eu
Dierenbemiddeling GGSC
22 december 2012
De Martinishow van 15 en 16 december pakte uit met maar liefst 27 Groninger slenken. Het is lang geleden dat er zoveel Groningers op rij te bewonderen waren. Drie dieren werden beoordeeld met het F-predicaat (96 punten). Deze waren alle drie van Martin Smit; een witte doffer oud, een roodspar doffer oud en een roodspar doffer jong. Daarnaast scoorden nog veertien dieren het predicaat ZG (93 t.m. 95 punten), verdeeld over de fokkers Buurmeijer, Smit, Sandmann en Entjes. Zowel de raswinnaar als de raswinnaar op 1 na waren van Martin Smit. Keurmeester was Nico Akkerman die de dieren naar ieders tevredenheid aan een nauwkeurig onderzoek heeft onderworpen.
De Gelderlandshow van 21 t.m. 23 december telt maar liefst 46 Gelderse slenken; een prachtig resultaat! Niemand had kunnen vermoeden dat dit ras na twee jaar erkenning, zo'n grote opgang zou maken. Vier dieren kregen het F-predicaat (96 punten). Hiervan waren drie dieren van Pieter Jansma (een rode doffer oud, een geel bandspar duivin jong en een rood bandspar doffer jong) en één van Thei Eumelen (rood bandspar doffer jong). Daarnaast scoorden nog 24 dieren het predicaat ZG (93 t.m. 95 punten), verdeeld over de fokkers Jansma, Maree, De Graaf, Eumelen, Bosch, Van Toorn en Hofmans.
De meest voorkomende fouten waren te veel blazen, een te weinig naar achteren gebogen hals en te weinig halsactie. Verder stonden sommige dieren te horizontaal en was een enkeling te lang. De raswinnaar was van Pieter Jansma (erecertificaat) en de raswinnaar op 1 na van Thei Eumelen. Keurmeester was Roy Arbeider. Hoewel het beslist geen gemakkelijke keuring was, zijn de dieren uitstekend beoordeeld met een uitgebreide toelichting op de keurkaarten. De toeschouwer heeft een goed beeld kunnen krijgen van de belangrijkste raseigenschappen en de meest storende fouten.
1 december 2012
Het aantal opgegeven slenken voor de Martini- en de Gelderlandshow overtrof onze stoutste verwachtingen. De Martinishow te Groningen (15 en 16 dec) pakt uit met maar liefst 27 Groninger slenken. In vergelijking met de clubshows van voorgaande jaren, meer dan het dubbele; een prachtig resultaat en een mooie promotie van het Groningse ras.
Op de Gelderlandshow te Wijchen (21, 22 en 23 dec) zijn maar liefst 46 Gelderse slenken te bewonderen; na de pauwstaarten het grootste aantal. Ondanks alle onreglementaire en volhardende pogingen van de standaardcommissie en de NBS om nieuwe (erkende) kleurslagen te weren van de shows en het niet willen ingaan op herhaalde oproepen om deze patstelling op constructieve wijze te doorbreken, blijken de opgeworpen hindernissen het succes van de Gelderse slenk niet te deren. Na twee jaar als ras te zijn erkend, lijkt Gelderland de naar haar vernoemde slenk als hoofdras te hebben omarmd.
12 november 2012
Het showseizoen is weer gestart. Op de show van de Friesche Sierduiven Club in Drachten was een representatieve collectie slenken te bewonderen. Daarnaast werd het nodige aan promotie gedaan. De prachtige trapgevels in de volière met achttien Gelderse slenken (ontworpen door Auke) vormden dé blikvanger van de show.
Martin Smit liet een prachtige collectie van zes witte Groninger slenken zien in de volière. Er waren in totaal negentien Gelderse slenken ingezonden. Maar liefst drie dieren werden bekroond met 96 punten; een oude rode doffer van Pieter Jansma, een jonge roodbleke doffer van Piet Kruisenga en een oude geelbleke duivin van Pieter Jansma. Harm Veenema (geen clublid) showde een elegante jonge rode duivin, helaas met een balkoog. Opvallend was wel dat de door de NBS niet erkende gele kleurslagen gemiddeld hoger scoorden dan de rode. Hieronder enkele dieren voor een impressie (klik op de foto om te vergroten).
V.l.n.r., v.b.n.o.: een oude rode doffer van Pieter Jansma met 96 punten (raswinnaar) een jonge roodbleke doffer van Piet Kruisenga met 96 punten (raswinnaar op 1 na) en verder gele kleurslagen van Pieter Jansma; een oude geelbleke duivin, een jonge gele en geelbleke doffer een jonge geel bandspar duivin met resp. 96, 94, 95 en 95 punten.
Tot slot mag de keurmeester niet onvermeld blijven. Wim Halsema, slenkenkeurmeester bij uitstek, heeft een zeer vakkundige keuring verricht. Alle dieren werden ons inziens prima op waarde geschat. Geleidelijk aan zien we dat de Gelderse slenk strenger wordt beoordeeld, maar dat moet ook naarmate de uniformiteit toeneemt; dat komt het ras alleen maar ten goede. Aandachtspunten zijn schakelpennen en de oogkleur bij de gele kleurslagen. Enkele dieren toonden ten slotte nog wat te weinig borstdiepte en -vulling en wat te fijne kopjes. Te veel blazen en stijve halzen zien we gelukkig niet zo veel meer. Er is in korte tijd al veel bereikt, maar we zijn er over de hele breedte nog niet.
30 oktober 2012
Door: Pieter Jansma
Met het nieuwe showseizoen voor de deur wordt regelmatig gevraagd, welke kleurslagen van de Gelderse slenk zijn erkend. U kunt dit lezen in de standaard: (dominant) rood, roodzilver geband (roodbleek) en roodzilver schimmel (rood bandspar). Verder wordt regelmatig gevraagd, wanneer de overige zes kleurslagen van de Gelderse slenk worden erkend. Op deze vraag moet ik het antwoord schuldig blijven. Om een kleurslag te erkennen, dient deze kleurslag ter erkenning te worden aangeboden. Het staat iedereen vrij (na formele toestemming van de speciaalclub) om een kleurslag te laten erkennen op de jaarlijkse bondsshow. Tot nu toe hebben we geen aanvraag binnengekregen.
De regels voor kleurslagerkenning zijn dit jaar overigens verscherpt. Tot vorig jaar mochten vier dieren van twee verwante kleurslagen (bijvoorbeeld intensief en verdund met gelijk vleugelpatroon) worden ingezonden voor erkenning, ongeacht of één hiervan reeds erkend zou zijn; althans, zo stond geschreven in het toen geldende reglement (artikel 7 f). Evenwel schoof de standaardcommissie haar eigen regels opzij om nieuwe kleurslagerkenningen tegen te kunnen gaan (zie: nieuwsbericht 12 januari 2012).
Vanaf de komende bondsshow geldt echter wel, dat het alleen om niet-erkende kleurslagen dient te gaan. Het aangepaste reglement vindt u hier (artikel 7 f). Dit betekent dat van elke verwante niet-erkende kleurslag (geel, geelbleek en geel bandspar), vier dieren moeten worden ingezonden (1–1 oud en 1–1 jong); dit terwijl bij raserkenning voor elke overige kleurslag slechts twee dieren nodig zijn (1-1), ongeacht leeftijd en ongeacht kleurslagverwantschap (artikel 7 e). Nogmaals, de logica van deze aangescherpte regel ontbreekt. Het is immers een meerwaarde voor de te erkennen kleurslag als een verwante kleurslag reeds is erkend. Helaas heeft de standaardcommisie nooit inhoudelijk gereageerd op deze aangevoerde argumenten, maar wel in allerijl artikel 7 f aangepast.
Het zal duidelijk zijn dat deze verandering niet strookt met het streven van het NBS-bestuur om (ik citeer) "in de loop van dit voorjaar een voorstel voor de Algemene Vergadering van juni te maken waarin het sneller en eenvoudiger is om een erkenning te verkrijgen". Nogmaals, voor mij persoonlijk hoeven de regels niet te worden versoepeld; het gaat mij veeleer om enige logica in het reglement én om eerlijke naleving hiervan.
5 oktober 2012
Al geruime tijd wist ik van het bestaan van twee artikelen over slenken in het blad De Veldpost. Helaas kon ik tot voor kort geen archief vinden waar deze bladen aanwezig waren. Na lang zoeken en corresponderen, bleek de Universiteit van Amsterdam meerdere jaargangen in bezit te hebben. Afgelopen week ben ik afgereisd naar onze hoofdstad om wat kopiën van de betreffende artikelen te kunnen bemachtigen. Dit heeft geresulteerd in twee prachtige bijdragen over Groninger slenken anno 1899; zelfs de Geldersen worden even aangehaald. Beide artikelen kunt u vinden in het archief op deze site.
6 september 2012
Van de Groninger slenk zijn in de afgelopen eeuw verschillende kleurtekeningen en schilderijen verschenen. Denk bijvoorbeeld aan Van Gink (1930), Lentink (1955) en Frindel (2012). Van de Gelderse slenk hebben we tot dusver enkel de kleurtekeningen van De Jong (2009); de nieuwe standaardtekening van Frindel moet nog verschijnen.
Recent hebben we echter een prachtige nieuwe aanwinst van de Gelderse slenk in olieverf. De maker hiervan is niemand minder dan kunst-, portret- en dierenschilder Thea van de Griendt de Jong uit het dorpje Donkerbroek in het zuidoosten van Friesland, eigenaar van Atelier Tjitskes. Thea is vooral bekend om haar treffende portretschilderijen, maar ze schildert minstens zo mooi en minutieus een dier op doek.
Meer werk van haar hand, vindt u op haar website. We bevelen Thea van harte aan voor een schilderij in opdracht; niet alleen vanwege het prachtige eindresultaat, maar zeker ook vanwege de prettige en constructieve samenwerking in het proces ernaartoe.
5 september 2012
Op 4 augustus 2012 plaatsten we het nieuwsbericht dat er vijf Gelderse slenken waren ingeschreven op de op de prominente pluimveeltentoonstelling van Avicultura in 1920. Uiteraard heb ik gezocht naar een beschrijving van deze tentoonstelling. Met dank aan de heer W. Halsema, heb ik een verslag kunnen vinden van de heer C.A.M. Spruijt.
Spruijt geeft in vier delen een beschrijving van de ingezonden dieren in het geïllustreerde weekblad Avicultura. In het derde deel (10 maart 1920) beschrijft hij de slenkeduiven. Over de Geldersen schrijft Spruijt onder meer: "Ze worden steeds zeldzamer en zijn, naar we meenen, den ondergang nabij". Klik hier voor het volledige verslag.
Tien jaar later (1930) schreef Spruijt in zijn bekende Pleines albums (deel III): "Slechts eenmaal kwam ons een paar dezer duiven onder ogen. Ze hadden een min of meer hartvormige vlek aan de voorzijde van den hals; hierdoor herinnerden zij sterk aan de Belgische Ringslagers. De Geldersche Slenken vormen als het ware de schakel tusschen Slenken en Ringslagers". Waarschijnlijk doelt hij hiermee op deze vijf ingezonden Gelderse slenken. Weer vijf jaar later memoreert Spruijt in zijn boek De tuimelaarrassen (1935) het feit dat er jarenlang een tweetal slenken hebben bestaan, waarbij hij tevens ingaat op de verschillen tussen deze beide variëteiten. Klik hier voor deze uiteenzetting.
Nu, bijna 100 jaar later, kunnen we ons verheugen in een massale belangstelling voor de Gelderse slenk. Zelfs Spruijt had niet kunnen voorspellen dat deze duif zou uitgroeien tot een van de populairste Nederlandse duivenrassen, zo niet de populairste.
24 augustus 2012
In het laatste nummer van Kleindier Magazine (nummer 8) staat een artikel met als titel 'Vrije uitvlucht, of duiven houden in de volière'. Hierin worden o.a. voor- en nadelen opgesomd over het laten vliegen van duiven. Ook de slenken worden door de schrijver aangehaald. Zo wordt vermeld dat Arnhem en Nijmegen hun trek-en-drijf hadden, nu Gelderse slenk geheten. Het moge duidelijk zijn dat deze opmerking niet juist is. Het gaat hier om twee verschillende zaken, zie het artikel: Gelderse slenk versus trek-en-drijf: de geschiedenis van de vliegsport in Arnhem e.o. Bovendien zijn de trek-en-drijvers voorbehouden aan Arnhem, Nijmegen kan hier geen aanspraak op maken.
Verder suggereert de schrijver dat de Gelderse slenk momenteel weer wordt teruggefokt op vliegeigenschappen (alsof die verdwenen waren). Niets is echter minder waar. De Gelderse slenk is van oudsher altijd vliegduif bij uitstek gebleven en fokkers zijn altijd gericht blijven fokken op de bijzondere vliegeigenschappen van de Gelderse slenk; hetzelfde geldt overigens voor de overige oorspronkelijke vliegduivenrassen die hier door de schrijver in één adem worden opgesomd, onder andere de Amsterdamse hoogvlieger, de Amsterdamse tippler en de oud-Hollandse tuimelaar.
Door deze twee opmerkingen, kan een onjuist (historisch) beeld ontstaan van (de geschiedenis van) de Gelderse slenk. Bij deze hopen we een en ander te hebben rechtgezet. Uiteraard is het voorgaande ook teruggekoppeld naar de schrijver met een verzoek tot rectificatie om misverstanden bij een breed publiek te voorkomen.
6 augustus 2012
In maart 1907 hield de heer Huisman een lezing bij de Groninger Sierduivenclub over de slenke duif die tot op dat moment - zoals hij in zijn inleiding aangaf - als mooiste sierduif werd beschouwd vanwege de kleur, het fraaie model en de sierlijke houding.
Vandaag de dag kunnen we nog steeds dezelfde argumenten aanvoeren om de slenk tot allermooiste sierduif uit te roepen. De prachtige bordeauxrode en vetgele kleuren, het trotse opgerichte model en de sierlijke houding met zwanenhals maken de slenk tot een prachtige verschijning. Sommige waarheden (zo blijkt) zijn onveranderlijk.
Graag had ik deze lezing van Huisman bijgewoond. Wat zou hij bijvoorbeeld hebben bedoeld met benedenringen en wat zou hij hebben verteld over de geschiedenis? Als laatste gaat Huisman in op hoe de slenk in Groningen door gericht fokken zo'n grote hoogte heeft bereikt. Als Gelderse slenkenfokkers zitten we nu feitelijk in dezelfde fase.
Oordeelkundig fokken is noodzakelijk om de Gelderse slenk op een hoger plan te brengen. Om dit mogelijk te maken, is samenwerking vereist. Help serieuze fokkers dan ook met bruikbare dieren. Alleen dan brengen we de Gelderse slenk op (nog) grote(re) hoogte en blijft het een van de mooiste en meest populaire sierduivenrassen.
4 augustus 2012
De Gelderse slenk werd al vanaf 1899 afzonderlijk van de Groninger slenk gekeurd op tentoonstellingen. Zie hiervoor bijvoorbeeld ook de bekroningen op de (nationale) Nijmeegsche Pluimveetentoonstelling van 1927. Onlangs ontdekte de heer T. van Dissel in zijn archief, dat er ook Gelderse slenken werden ingezonden op de 35e tentoonstelling van Avicultura in 1920. Winnaar werd de heer T.H. van Hattum met een jonge witroek duivin.
In de catalogus van deze 35e tentoonstelling wordt gesproken van Holle en Geldersche Slenkeduiven. Met de eerste benaming wordt ongetwijfeld de Groninger slenk bedoeld die toen al hol (red. met holle rug) werd verlangd, dit in tegenstelling tot de Gelderse. Klik hier voor een overzicht van alle slenken die werden ingezonden (inclusief winnaars).
Tot voor kort werd gedacht dat de Gelderse slenk als regionaal vliegduivenras slechts sporadisch op enkele lokale shows werd ingezonden. Met deze inzending van vijf Gelderse slenken op deze prominente pluimveeltentoonstelling van 1920 met internationale allure, wordt het vermoeden alleen maar groter dat er rond die tijd al iets van een richtlijn of misschien zelfs een standaard van de Gelderse slenk op papier moet zijn geweest.
13 juni 2012
In korte tijd werden dit jaar twee berichten geplaatst over de Gelderse slenk op de site van de VDT; de eerste op 8 maart 2012 met als titel 'Slenken, was ist das?' en de tweede op 4 juni 2012 met als titel 'Daran muss man sich gewöhnen'.
Marc Brinkwirth is de grote promotor van dit alles. Hij organiseert op 8 september a.s. een slenkendag op de Westfälischen Rassetaubentag in Unna Königsborn om het ras te presenteren en te bespreken; een prachtig initiatief! Uiteraard zijn Nederlandse fokkers ook welkom. Voor meer informatie over deze dag kunt u mailen naar Marc.
10 juni 2012
Op 1 juni zijn de nieuwe standaards van de NBS verschenen met tekeningen van J.L. Frindel in kleur. De nieuwe tekening van de Groninger slenk hebben we als speciaalclub goedgekeurd en is dan ook gepubliceerd. De tekening van de Gelderse slenk hebben we als speciaalclub moeten afwijzen, omdat deze ons inziens op meerdere onderdelen afweek van het ideaaltype (o.a. een te geronde kop, een te korte hals, een te korte achterpartij en een wat ongelukkig verloop naar het dijbeen). De bestaande afbeelding van J. de Jong is daarom voor dit jaar gehandhaafd. Komend jaar wordt er een nieuwe standaardtekening van de Gelderse slenk gepubliceerd die voldoet aan het ideaalbeeld (vliegtype).
29 mei 2012
Het forum was tijdelijk buiten gebruik vanwege problemen met de SQL-database. De oude data (geleverde input) kon niet worden hersteld. Inmiddels is het forum weer online. Onze excuses voor het ongemak, met name voor hen die actief input hebben geleverd.
8 mei 2012
Sinds vandaag is er een forum toegevoegd aan onze website, zie in het menu. Hierop kunt u ervaringen delen, vragen stellen of discussiëren met anderen over bepaalde onderwerpen. Bovendien kunt u een verzoek indienen voor een nieuw onderwerp.
U kunt zich hierbij zelfs abonneren op webfeeds (Atom en RSS) voor op uw pc of smartphone. Wanneer u zich abonneert op de feed, wordt nieuwe inhoud automatisch van de forums gedownload; de feed is dus altijd up-to-date. Zo blijft u, waar u ook bent, altijd op de hoogte van de allerlaatste bijdrages van anderen.
Hiermee lopen we als oudste speciaalclub voor sierduiven in Nederland voorop, als het gaat om nieuwe toepassingen van social media! Dat had de heer C.H. Huizinga, bij de oprichting van onze club ( 4 april 1899), zich zeker niet kunnen bedenken…
Iedereen is bij deze van harte uitgenodigd om een bijdrage te leveren! Suggesties voor verbeteringen met betrekking tot de site of de club en opmerkingen of ervaringen met betrekking tot onze hobby kunt u natuurlijk ook kwijt in het gastenboek.
17 maart 2012
In De Gelderlander is een artikel verschenen over de Gelderse slenk. Pieter Jansma doet uitgebreid verslag van zijn kostbare Gelderse bezit in hartje Nijmegen.
16 maart 2012
Door: Nijmegen1
De stadsduif is weer terug. De Gelderse slenk was voor de Tweede Wereldoorlog een populaire Nijmeegse duif in het Waterkwartier en Wolfskuil.
Het ras raakte tijdens de oorlog uitgestorven. Nijmeegse duivenhouder Pieter Jansma heeft samen met een andere duivenmelker uit Arnhem het ras weer opnieuw ontdekt en gefokt. Zijn doel: de Gelderse slenk weer een gezicht geven in de stad.
Op vier hoog in het centrum, op het dakterras van Jansma, maakte het Nijmegen1 Nieuws kennis met de duiven: video.
8 maart 2012
In het Dagblad van het Noorden is een artikel verschenen over de Groninger slenk. Niemand minder dan Martin Smit, doet verslag van zijn kostbare Groninger bezit.
2 maart 2012
De clubshow wordt voortaan ondergebracht bij twee tentoonstellingen: de Gelderlandshow en de Martinishow. Vanaf nu hebben we dus twee clubshows per TT-seizoen. Hiermee doen we recht aan de oorsprong van beide slenkenrassen, hebben we meer mogelijkheden voor promotie en hopen we deelname aan de clubshow(s) te stimuleren.
Prijzenschema clubshows, ondergebracht bij de Gelderlandshow en de Martinishow
7200. Grote porseleinen prijs voor het fraaiste dier van de clubrassen, min. 96 punten.
7201. € 10,00 voor het fraaiste dier op 1 na van de clubrassen, min. 95 punten.
Prijzenschema op shows waar NBS-erecertificaten worden uitgereikt (provinciale kampioenschappen)
7202. Kleine porseleinen prijs voor het fraaiste dier van de clubrassen, min. 95 punten.
7203. € 5,00 voor het fraaiste dier op 1 na van de clubrassen, min. 95 punten.
Alle prijzen zijn eenmaal te winnen, alleen door leden en alleen in concurrentie met minimaal één andere inzender.
1 maart 2012
Door: Pieter Jansma
Op 4 april 1899 werd de slenkenclub opgericht. Bij aanvang telde de club ca. 30 leden. Ten tijde van haar bestaan, was de club altijd een middelgrote speciaalclub. Nu, na meer dan 100 jaar, verandert er plotsklaps iets. Er is sprake van een spectaculaire toename van slenken(fokkers). De vraag naar slenken is groter dan het aanbod. In twee jaar tijd is het ledenaantal verdubbeld. De club telt momenteel 58 leden en onze laatste clubdag werd door meer dan 50 liefhebbers bijgewoond! Wanneer deze lijn zich doorzet, zijn we binnen afzienbare tijd de grootste speciaalclub van sierduiven in Nederland.
Vanwaar die hernieuwde belangstelling voor de slenk? 't Is toch wel opmerkelijk. Ik denk dat het in ieder geval met de spectaculaire vlucht te maken heeft. De belangstelling voor vliegduiven neemt sowieso toe; ook bij de VDS groeit het ledenaantal. Veel van onze nieuwe leden, vlogen tot voor kort met postduiven. De keuze voor een andere vliegduif ligt dan ook voor de hand.
Ook de promotieactiviteiten van de club hebben concreet bijgedragen aan de ledengroei. Denk hierbij aan de Slenkendag te Doorwerth, de Nationale Dag van het Levend Erfgoed, onze informatieve website, de lezingen bij diverse sierduivenverenigingen, de hokbezoeken bij diverse clubleden en de prachtige volières op resp. de Keistadshow, de kleindiershow van de Lichtenvoordse Pluimvee Club, de Gelderlandshow, de Martinishow, de Noordshow en de Champion Show.
Een andere reden vormt de uitdaging om zowel te fokken op vliegprestaties als op standaardeisen ('dubbeldoelduif'). Voor sommigen onverenigbaar, maar door anderen tot 'kunst' verheven. Mijns inziens moeten deze twee zaken zeker samengaan bij een vliegras.
Om te kunnen spreken van een ras, zijn niet alleen de vliegkenmerken doorslaggevend. Ook kenmerken als type, stand, voorkomen, grootte, (oog)kleur, tekening, gedrag, etc. zijn hierbij bepalend. Hoe kunnen we anders nog langer spreken van Rijnlandse en Belgische ringslagers, van gorguero en Jiennense kroppers of van Groninger en Gelderse slenken? Juist de overige (vaak cultuurhistorische) raskenmerken maken het verschil.
In gesprekken met verschillende leden merk ik dat beide aspecten aandacht krijgen bij het samenstellen van de kweekkoppels en de selectie. Uiteraard legt elke fokker zijn eigen accenten, iets wat in mijn ogen de slenkenrassen én de liefhebberij alleen maar ten goede kan komen. Wel acht ik het van belang dat elke fokker notie heeft van de vlieg- en overige raskenmerken.
Zo hoorde ik laatst een fokker vol trots zeggen dat zijn slenken meer dan een half uur in de lucht bleven. In mijn ogen zijn dat geen slenken, hooguit kruisingsproducten. Een Gelderse slenk vliegt hooguit 5 min, een Groninger hooguit 3 min; beslist niet langer. Anders kan een slenk nooit haar explosieve typische vliegstijl laten zien met de krachtige zwemslagen en het betere springwerk. De slenken zijn de 60 metersprinters om in de termen van de atletiek te spreken.
Ook zag ik kort geleden blauwe 'Gelderse slenken' te koop staan. Uiteraard de horsemanachtige types (vandaar het blauw) met veel blaaswerk en (stok)stijve halzen. Blauw hoort niet bij de slenk, dat stamt nog uit de tijd van 'ras in wording' in de 19e eeuw. In de zuivere oude slenkenlijnen komt deze kleur nimmer (meer) voor; rood en geel zijn de (cultuurhistorische) slenkenkleuren die via de verblekingsfactor schimmel (spar) uiteindelijk kunnen leiden tot wit (kleurloos).
Het kweekseizoen vangt aan, ontwaak uit de winterslaap! Ik wens iedereen een prachtige jonge aanwas 'dubbeldoelslenken' toe; dat die ene slenk die u altijd voor ogen stond, dit jaar bij u uit het ei moge komen!
12 januari 2012
Door: Pieter Jansma
Op de algemene ledenvergadering van de NBS d.d. 11 juni 2011 is een vernieuwd reglement van de standaardcommissie aangenomen. In dit reglement is onder meer een aanpassing aangebracht in een artikel over kleurslagerkenning. Het betreft artikel 7 f:
"Voor een kleurslag (kleurslagen) of variëteit(en) die niet in een bij de EE aangesloten land is (zijn) erkend; nieuwe kleurslag of variëteit, dienen naar de NBS-Bondsshow ingezonden te worden: één mannelijk en één vrouwelijk dier oud en één mannelijk en één vrouwelijk dier jong van die kleur slag(en) of variëteit(en). Dit mogen twee verwante kleurslagen zijn, zoals bijvoorbeeld intensief en verdund met gelijk vleugelpatroon."
Moesten voorheen vier dieren met dezelfde kleurtekening worden ingezonden, thans mogen deze vier kleurslagen verwant zijn, bijvoorbeeld rood (intensief) en geel (verdund) met gelijk vleugelpatroon. Hetzelfde geldt logischerwijs ook voor schimmel (verblekingsfactor met gelijk vleugelpatroon).
Het voornemen was dan ook om zowel roodzilver geband (reeds erkend), geelzilver geband en geelzilverschimmel in te sturen op de komende Champion Show (bondsshow) voor de erkenning van geelzilver geband en mogelijk geelzilverschimmel; hetzelfde voor rood (reeds erkend) en geel voor de erkenning van geel.
Zo kan bijvoorbeeld met het inzenden van twee rode en twee gele, geel erkend worden bij voldoende beoordeling. Eveneens kan met het insturen van twee roodzilver gebande, twee geelzilver gebande en twee geelzilverschimmels, de kleurslagen geelzilver geband en mogelijk geelzilverschimmel worden erkend bij voldoende beoordeling.
In een reactie van de standaardcommissie d.d. 19 december jl. wordt echter het volgende gesteld: "Reglementair zijn er 4 dieren vereist per kleurslag, waarvan er eventueel 1 de aanverwante verdunning mag zijn. Hieraan moeten we ons houden..."
Hoe valt deze reactie te rijmen met de zinsnede 'Dit (red. deze vier) mogen twee verwante kleurslagen zijn' uit artikel 7 f? Het is mij bovendien niet duidelijk waar die opmerking van '1 aanverwante verdunning' vandaan komt. In het reglement wordt hier niets over gemeld. Ten slotte gaf de standaardcommissie aan, dat reeds erkende kleurslagen niet mee mogen doen ten behoeve van kleurslagerkenning van een verwante kleurslag. Artikel 7 f suggereert echter op geen enkele wijze dat erkende kleurslagen niet mee mogen doen.
Dat laatste zou volgens mij ook heel onlogisch zijn; het getuigt immers van een pre als een van de twee kleurslagen al erkend is en dat verschillende dieren in deze kleurslag al 96 punten hebben gehaald op diverse shows. Dat geeft toch extra vertrouwen dat het met de betreffende (verwante) kleurslag wel goed zal komen in de toekomst. Verder zouden reeds erkende rassen dan sterk benadeeld worden ten opzichte van nog nieuw te erkennen rassen, omdat daarbij inzending van één mannelijk en één vrouwelijk dier in dezelfde kleurslag c.q. variëteit volstaat (ongeacht leeftijd), zie artikel 7 g (punt 2). Nu zouden we beter af zijn als we een kleurslagerkenning eerst ongedaan kunnen maken.
Om een impasse te voorkomen, heb ik de kwestie voorgelegd aan het NBS-bestuur. De zaak zou tijdens de eerstvolgende vergadering d.d. 9 januari jl. worden besproken.
Op 10 januari jl. heeft het NBS-bestuur als volgt gereageerd: "In algemene zin komt de vraag over het vergemakkelijken van erkenningen vaker voor. En we waren daar ook al wel mee bezig. Daarom hebben we ook gemeend deze vragen serieus met de Standaardcommissie te moeten gaan bespreken. We willen jouw individuele vraag dan ook breder behandelen. Beleid moet immers voor allen hetzelfde zijn. Dat betekent dat we nu niet voor de bondsshow daarover een uitspraak willen doen. Dat zou wellicht vragen bij anderen oproepen in de zin van: Waarom geldt dat voor mij niet? Ik had zoiets ook wel gewild, e.d. Wij willen dus in de loop van dit voorjaar een voorstel voor de Algemene Vergadering van juni maken waarin het sneller en eenvoudiger is om een erkenning te verkrijgen. Daarover gaan we met de Standaardcommissie in overleg en daarvoor hebben we de eerste contacten al gelegd".
Nu heb ik nooit gevraagd om de regels voor kleurslagerkenning te vergemakkelijken; het ging mij uitsluitend om de juiste interpretatie van de geldende regels. Ook is het geenszins de bedoeling geweest om de Gelderse slenk te bevoorrechten tegenover andere rassen. Het reglement van de standaardcommissie is immers voor iedereen hetzelfde en rechtstreeks te downloaden op de website van de NBS; de suggestie dat iets voor de een wel zou kunnen gelden en de ander niet, is volgens mij dan ook niet relevant. Het gaat mij om een eerlijke interpretatie, toepassing en naleving van het huidige reglement.
Door de kwestie breder te willen behandelen en nu niet in te willen gaan op de individuele situatie, wordt een heel jaarproject voor de kleurerkenning van geel, geelzilver geband (geelbleek) en geelzilver schimmel (geel bandspar) om zeep geholpen met de bondsshow vlak voor de deur. Feitelijk worden de bestaande regels opzijgeschoven en heb je vervolgens niets meer om op te staan (uitgezonderd een juridische procedure; de FK is immers opgeheven en het beoogde FB is nog niet van de grond gekomen).
Als initiator van de kleurslagerkenningen van de Gelderse slenk ben ik zeer teleurgesteld in de huidige opstelling van de standaardcommissie en de NBS. De liefhebberij is hier geenszins bij gebaat, maar wordt hiermee veeleer geschaad. De inhoud van het reglement had leidend moeten zijn in deze kwestie. Met het huidige bestuursbesluit wordt de 'macht tot (eigen) recht' verheven boven het recht zelf; in mijn ogen een zeer kwalijke zaak.
Ik hoop alle betrokkenen en liefhebbers voldoende te hebben geïnformeerd over de laatste stand van zaken betreffende de kleurslagerkenningen van de Gelderse slenk. Het lijkt mij goed om de kwestie op de komende clubdag te bespreken.
15 november 2011
Momenteel is er veel vraag naar witte slenken. Helaas kan aan deze vraag niet of nauwelijks worden voldaan. Bij de meeste slenkenfokkers ontbreken witte slenken in het hok. Mocht iemand al een witte over hebben, dan is deze meestal al geruime tijd besproken. De kans om aan witte slenken te komen via de rasbemiddeling van de club, is dan ook uiterst gering. Mocht het al lukken, dan is de kwaliteit doorgaans ver te zoeken. Witte slenken staan sowieso op een minder hoog niveau dan andere kleurslagen.
Daar het wit bij slenken feitelijk een schimmelvariant betreft (gekleurd oog), kan wit ook worden verkregen door de aanschaf van band- of spikkelsparren. Koppel deze dieren aan de beste (bleke of gekleurde) vliegtypes in het hok. Geleidelijk aan kan dan met de nakomelingen naar de witte kleurslag worden toegewerkt. Het kost een paar jaar, maar zo is de kans het grootst om aan kwalitatief goede witte slenken te komen.
1 oktober 2011
Prijzenschema clubshow, ondergebracht bij de Champion Show
7275. Grote porseleinen prijs voor het fraaiste dier van de clubrassen, min. 96 punten.
7276. € 10,00 voor het fraaiste dier op 1 na van de clubrassen, min. 95 punten.
Prijzenschema op shows waar NBS-erecertificaten (provinciale kampioenschappen) worden uitgereikt
2577. Kleine porseleinen prijs voor het fraaiste dier van de clubrassen, min. 95 punten.
2578. € 5,00 voor het fraaiste dier op 1 na van de clubrassen, min. 95 punten.
Alle prijzen zijn eenmaal te winnen, alleen door leden en alleen in concurrentie met minimaal één andere inzender.
19 juni 2011
Ons enthousiaste clublid Auke (tevens onze nieuwe rasbemiddelaar) heeft een persoonlijke website van zijn fokkerij gemaakt met als titel 'De Slenkerij'. Op deze prachtige site vindt u niet alleen informatie over de clubrassen, maar ook vele praktische tips en ervaringen met betrekking tot de slenkenfokkerij. Klik hier om naar de site te gaan.
11 juni 2011
Bent u op zoek naar Groninger of Gelderse slenken of wilt u ze juist aanbieden? Vanaf nu hebben we als club een officiële rasbemiddelaar voor onze clubrassen. Niemand minder dan ons enthousiaste clublid Auke is bereid gevonden om deze taak op zich te nemen. Zijn contactgegevens vind u bij de clubgegevens. Aan aanbieders het verzoek om uitsluitend bruikbare en vitale dieren aan te bieden voor de kweek om de slenken kwalitatief en kwantitatief op een hoger plan te brengen.
24 mei 2011
In het volgende nummer van Landleven (nummer 5) verschijnt een schitterend artikel over het houden van Gelderse slenken op het platteland. Niemand minder dan onze enthousiaste Groningse voorzitter Martin Smit, doet verslag van zijn kostbare Gelderse bezit... De nieuwe Landleven ligt vanaf 8 juli in de winkel!
15 februari 2011
Op de Champion Show 2011 is de kleurslag roodzilver geband (roodbleek) bij de Gelderse slenk erkend.
23 januari 2011
De Champion Show vormt elk jaar weer het hoogtepunt van het showseizoen. Op deze show vond tevens de clubshow plaats van de GGSC. 11 Groninger en 21 Gelderse slenken werden ingeschreven door meerdere fokkers. Keurmeester van beide slenken was Wim Halsema, slenkenkenner bij uitstek en zonder twijfel een waardige opvolger van oude roemruchte slenkenkeurmeesters als Van der Vaart en Logman. Lees verder...
4 januari 2011
In het afgelopen seizoen is veel tijd en energie gestoken in promotieactiviteiten van de slenken. Naast diverse presentaties met behulp van PowerPoint, is volop gebruik gemaakt van andere mogelijkheden. Bovendien heeft de club een nieuwe website gekregen. Lees verder...
21 mei 2010
Het heeft de Europese Standaardcommissie voor Sierduiven (ESKT) behaagd om tijdens de vergadering van donderdag13 mei 2010 de Gelderse slenk met nummer 1106 op te nemen in de Europese Rassenlijst voor Sierduiven (EE-rassenlijst) in de groep speelduiven (met daarin ringslagers, het speelderke en de Groninger slenk). Het betreft de kleurslagen (dominant) rood en roodzilver schimmel (rood bandspar).
14 maart 2010
Prijzenschema clubshow, ondergebracht bij de Champion Show
Prijzenschema op shows waar NBS-erecertificaten (provinciale kampioenschappen) worden uitgereikt
Alle prijzen zijn eenmaal te winnen, alleen door leden en alleen in concurrentie met minimaal één andere inzender.
11 februari 2010
Op de Champion Show 2010 is de Gelderse slenk definitief erkend in de kleurslagen (dominant) rood en roodzilver schimmel (roodbandspar). De standaard is zorgvuldig opgesteld op basis van historische gegevens met waardevolle hulp van de heer H. Schipper (standaardcommissie). In de komende jaren wordt ook aan andere kleurslagen gewerkt. Hoewel een standaard nodig is voor rasbewaking, -bescherming en -behoud, staan de unieke vliegeigenschappen bovenaan. "Eerst vliegen, dan bouwen en daarna verven", zo luidt de leuze van de echte slenkenfokker.
6 februari 2010
De Groninger Slenken Club heeft een nieuw clubras verwelkomd: de Gelderse slenk; een oud Nederlands vliegras dat jarenlang een sluimerend bestaan heeft geleid, maar de laatste jaren een heuse comeback beleeft. Dit heeft geresulteerd in een nieuwe naam voor de club: de Groninger en Gelderse Slenken Club (GGSC). Beide slenkenrassen zijn hiermee sinds lange tijd weer verenigd in één slenkenclub.