"Een fokker, een rasfokker, iemand die de edelste individuën laat paren, om zoo mogelijk, nog edeler jongen daarvan te verkrijgen, of om zoodoende tenminste de edele eigenschappen te behouden... zoo iemand moet een zeer kundig, zeer opmerkzaam, zeer geduldig en zeer doorzettend man zijn."

(De Veldpost, 19 april 1899)

Gelderse slenk

Algemeen voorkomen: middelgrote en middellange duif (wat groter dan de veldduif) met middelhoge stand en opgerichte houding. De hals soepel naar achteren gebogen; kan licht sidderen.

Ernstige fouten: te kort type; te brede en/of spitse borst; te korte en/of stijve hals; te brede rug; te lange benen; te horizontale stand; te horizontale staartdracht; te weinig achterwaarts gebogen hals; te veel krop- of ballonvorming.

Standaarden

• Standaard NL Gelderse slenk
• Musterbeschreibung EE Geldersche slenke

Afbeeldingen

• Foto's Gelderse slenk ©
• Tekeningen Gelderse slenk ©

Rasbeschrijvingen

• De vliegende Gelderlander
• Toelichting op de standaard van de Gelderse slenk (deel I van II)
• Toelichting op de standaard van de Gelderse slenk (deel II van II)

Trek-en-drijver (Arnhemse kropper)

• Gelderse slenk versus trek-en-drijf
• Richtlijn NL trek-en-drijver

Overigen

• Vlieg- versus showduif
• Aandachtspunten voor de tentoonstelling
• De staat van onze rassen anno 2019